Hoofdstuk 2

Hard of zacht, groot of klein, snel of langzaam, afhankelijk van materiaal en kou of hitte, alles is klein te maken – in delen op te lossen; in zichtbare en onzichtbare deeltjes. Deeltjes kunnen zich oplossen, splitsen, vermengen, aantrekken en afstoten. Magnetisme misschien?? In ieder geval natuurlijke processen en / of chemische reacties.  Als men zei: in het niets oplossen, dacht ik: zelfs het niets is iets, alleen is het niet meer met het oog zichtbaar. Als ik hoorde: de wereld is uit het niets geschapen, dan bedacht ik me hoe moeilijk het moest zijn en óf het  wel mogelijk zou zijn om het “ontstaan”, de bron of de essentie te verwoorden en uit te leggen. Ook heb ik na een kijkje aan gene zijde door een verdrinkingsdood, geen gedachten meer over een ontstaan of een begin en een einde, maar hebben de woorden zijn, ben, is, altijd en eeuwigheid sindsdien een nieuwe betekenis gekregen.

Alles bestaat uit zichtbare en onzichtbare deeltjes. Voordat we ijs of vuur zien voelen we de kou en de warmte eerder dan het ijs of het vuur zelf, ook al zijn kou en warmte niet gelijk zichtbaar of tastbaar in die zin. Een geur is niet tastbaar of altijd  zichtbaar maar we ruiken het wel. Als we in die geur herkennen dat er bloemkool gekookt wordt, moeten er toch de allerkleinste “onzichtbare” deeltjes van die bloemkool in de luchtstroom hangen om dat te kunnen ruiken. Een geluid  op zichzelf kunnen we niet zien of pakken, maar wel meten, horen en vooral aan muziek denkend, vaak ook voelen. We ademen allemaal ons hele leven lang, zonder die levenslucht te zien – we geloven in iets wat niet zichtbaar is! Net als ook de wind; een luchtstroom die we niet zien maar wel voelen.

En voor dat horen, zien, ruiken, proeven en voelen / aftasten gebruiken we onze zintuigen, die, naar mijn volle overtuiging, iedereen heeft. Als ik las of hoorde over een zesde of een extra  zintuig en over intuïtie, dacht ik niet zozeer aan een gave, als wel aan een ontwikkeling der zintuigen en het leren luisteren naar een innerlijke stem of een innerlijk weten. Niet één keer maar elke dag opnieuw. Een ontwikkeling die een ruimer of groter bewustzijn bewerkstelligt, waardoor we een beter inzicht krijgen over het leven en tijdens dat leven een beter onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad.

Vooral de gebeurtenissen in het leven zelf hebben ook mijn zintuigen ontwikkeld en mij veel geleerd over gevoelens. Angst, geluk, verdriet, woede, liefde, pijn, levenslust, onmacht, haat, vernedering, verliefdheid of noem maar op. We voelen ze van binnen, herkennen ze in onze handelingen en acties maar op zichzelf zijn gevoelens niet stoffelijk en tastbaar in die zin. We zien de gevoelens niet maar geloven ze wel omdat we ze kunnen voélen. Of we er altijd naar luisteren of op vertrouwen is een tweede. En ongeacht  wat het leven ons brengt of hoe we ons ontwikkelen, ongeacht of we ze hebben leren gebruiken, zintuigen hebben we allemaal. Alhoewel we allen een unieke persoonlijkheid hebben, ben ik toch overtuigd van een gelijk zijn in de ziel en als mens, dat we dezelfde zintuigen hebben  en allemaal wel een intuïtie en de keus om naar een innerlijke of tweede stem te luisteren. In hoeverre we de zintuigen bewust leren gebruiken en ontwikkelen, hangt af met welk doel we komen, welk land – cultuur en in welke tijd we geboren worden; en behalve de invloed van een astrologisch teken, en de invloed van familie en andere de mensen om ons heen, spelen de omstandigheden en gebeurtenissen die we tegenkomen, ook een grote rol in de ontwikkeling der zintuigen of het leren luisteren naar ons hart en innerlijke stem.

Vanaf mijn geboorte tot mijn achtendertigste was ik vaak ziek. Je wordt je daardoor wel erg bewust van wat er zich in het lichaam afspeelt. Meer nog werd ik me vooral bewust van de samenwerking van ziel, geest en lichaam.  Ik voelde mijn ziele – geestelijke en lichamelijke pijnen op elkaar reageren. Dagenlange denk – en peinsdagen gaven mij hoofdpijn en onrustige of slaaploze nachten; altijd pijn in de buik omdat ik behalve mijn eigen zenuwpijnen, toen ook veel pijn van mensen aanvoelde, maar het verschil nog niet wist van mede – leven of mede – lijden, nog niet wist hoe me iets níet aan te trekken om te voorkomen dat ik hetzelfde gevoel en dus ook lichaamsreacties op zou wekken; het leek wel wanneer mijn hersens veel moesten verwerken, mijn darmen ook harder gingen werken waardoor ik vaak ontlastingsproblemen had;  ik kon mijn gevoelens en emoties niet uiten en had meestal last van “een brok in mijn keel” en het gevoel alsof ik altijd met een “snoer om mijn keel” rondliep; ik verstikte bijna in mezelf; andermans zorgen drukten zwaar op mijn toch al pijnlijke nek en schouders; ik durfde niet te zijn wie ik was en doordat ik vooral naar anderen luisterde stond ik niet met eigen beide benen op de grond; eerder had ik last van schuifelende voeten, knikkende knieën en loodzware trillende benen; ik voelde me  meestal erg zwak als ik menstrueerde, die onregelmatig was en met veel bloedverlies en misselijkheden; mede doordat ik al mijn aandacht en energie aan anderen gaf en ik hun pijnen vasthield, voelde ik me altijd leeg en moe, en had door een vol en negatief gevoel van ellende, vaak maar weinig eetlust. Vaak had ik door een energietekort, meestal een kouwelijk gevoel en last van milt of nieren. Stress, spanning, onrust en een opgejaagd  gevoel raasden door mijn bloed en hoofd, waardoor mijn hart er op los pompte om mezelf bij te houden; en soms leek mijn hoofd gek te worden van al die chaotische gedachtegangen en ziekelijke toestanden aan mijn lichaam. Ik zat nooit “lekker in mijn vel” en voelde me altijd onbegrijpelijk ongelukkig en was zelfs even blij toen op een gegeven moment bleek dat ik voor- / beginstadium kanker had; erger nog, ik hielp het een handje… Ik dacht ertussenuit te kunnen knijpen zonder dat er sprake of bewijs zou zijn van zelfmoord. Maar in diezelfde periode bedacht ik me ook dat, als er een weg was mezelf te vernietigen, er ook een weg moest zijn mezelf te helen. En dat betekende niet dat ik even een idee had, maar dat ik daar élke dag aan moest werken.

De meeste antwoorden en begrip die ik in mijn leven zocht vond ik behalve in vele gesprekken, in psychologische, medische, paranormale en andere informatieve boeken. Zoals er geen één leider kan zijn voor de gehele mensheid, zo is er ook geen één boek met alle antwoorden voor iedereen. Boeken veranderen  mee met de tijd waarin we leven met de ontwikkelingen en het bewustzijn van dat moment. Alhoewel ik de taal of woorden niet altijd begreep voelde ik wel aan wat bedoeld werd met de essenties, de natuurwetten, de waarheden…..; daarbij merkte ik dat ik die waarheden eerder kon aanvoelen dan dat ik me ze kon bedenken.

De informatie die ik via lezen of in gesprekken vergaarde waren voor mij bevestigingen,      spiegelbeelden of nieuwe aanvullingen waardoor ik mezelf  beter leerde  begrijpen. Ook werd ik me erg bewust hoeveel negatieve gevoelens ik meesleepte en welk een invloed die hadden op alle keuzes en beslissingen die ik in mijn leven maakte; en op welke manier ik de wereld inkeek of het nou ging om werk, partners, vrienden, studies of de manier waarop ik mijn leven doorliep. Ik realiseerde me hoe ik leefde naar ieders verwachting, behalve naar die van mezelf. Ik wist niet eens wie ik was, hoe ik was of wat ík wilde of kon, maar wilde dit wel graag ontdekken.

2 gedachtes over “Hoofdstuk 2”

    1. Tja,… schrijven deed ze ook zo mooi…
      helaas heeft ze maar 12 pagina’s kunnen voltooien.

      Blij dat ik ze gevonden heb!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


CAPTCHA Image
Reload Image